12022021

Vandaag bak ik taart. Nou ja, taart, appelcrisp. Mijn lievelingstoetje van vroeger. Mijn moeder maakte dat regelmatig. Appelcrisp hoort bij haar, bij de geuren van vroeger en het geborgen gevoel. Ik bak om te vieren dat mijn moeder vandaag 84 geworden zou zijn én om te vieren dat mijn springlevende nichtje vandaag 13 jaar is geworden. Op deze bijzondere datum. Een palindroom; een rijtje tekens dat symmetrisch gerangschikt is, zodat de betekenis van achter naar voren hetzelfde is als van voor naar achter. 

Ik zie ze allebei niet vandaag. Mijn moeder is er al zes jaar niet meer en mijn nichtje woont in Oeganda. Dat stemt enigszins verdrietig en melancholisch. Bakken helpt. Bij het schillen van de appels en het kneden van de ingrediënten, komen flarden herinneringen naar boven van momenten samen, alle feestjes die we samen vierden. Al die verjaardagen. Al die kaarsjes die we samen uitbliezen. Mijn moeder en mijn nichtje vonden elkaar leuk. Mijn nichtje noemde mijn ouders ook opa en oma ook al waren ze dat fysiek niet, emotioneel waren we allemaal aan elkaar verbonden. Nog steeds voel ik die sterke verbondenheid met mijn familie, maar diep van binnen mis ik zo langzamerhand het échte samenzijn. Het even aan elkaar zitten, zoals mijn vader dat altijd noemt.

Toch troost het me dat van welke kant ik deze situatie ook bekijk; van voor naar achter, van achter naar voor, door alles wat we samen gedeeld hebben, door al die feesten en partijen, zijn ze levendig aanwezig hier bij mij. Mijn moeder en mijn nichtje. Hoera!

p.s. Vanavond zoomen we met Uganda (lang leve de techniek) en eet ik appelcrisp met mijn vader. En heel misschien voelen we wel even aan elkaar. We hebben namelijk allebei onze eerste vaccinatie te pakken.

Reacties zijn gesloten.

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑